Solitaire bijen verdwijnen niet door concurrentie van honingbijen. Integendeel, beiden zijn slachtoffers van verlies aan habitat : gebrek aan bloemen.

Deel dit product met je familie, vrienden en vereniging

Imkers kunnen ambassadeurs worden om dit habitat te herstellen, voor zowel honingbijen als andere bestuivers.

Veel mensen maken zich terecht zorgen om het verdwijnen van honingbijen en andere bestuivers. Inderdaad, de honingbij en andere bestuivers, zoals hommels, vlinders en solitaire bijen, spelen een cruciale rol in de natuur en de hele voedselketen. Zonder hun bestuivingswerk zou de natuur er veel armer uitzien met veel minder soorten planten en dieren. Meer : de winkelrekken zouden leeg zijn, want de meeste groenten en fruit leveren zonder bestuiving van bijen geen vruchten, geen zaden en sterven gewoonweg uit.

Geen wonder dat veel mensen zich het lot van de bijen aantrekken, ook en vooral dit van de honingbij. De honingbij levert immers het overgrote deel van het bestuivingswerk in landbouw en natuur. En precies deze honingbij is met uitsterven bedreigd. Omwille van het verlies aan habitat, waardoor er niet meer constant en voldoende bloemen zijn van pakweg februari tot en met oktober (de periode dat honingbijen foerageren). En ook omwille van de varroamijt, een parasiet die sinds de jaren ’80 van de 20ste eeuw aanwezig is in onze contreien. En waartegen de honingbijen nog onvoldoende afweer konden opbouwen. Om van de pesticiden nog maar te zwijgen. Zonder imkers zouden er in België en vele omringende landen gewoonweg geen honingbijen meer zijn. Uitgestorven.

Lange tijd waren ook imkers een uitstervend ras, waarvan de aantallen jaar na jaar daalden. Gelukkig is er de laatste decennia een kentering gekomen en voelden velen zich geroepen zich te verdiepen in het nobele ambacht der imkerij. Zo redden deze enthousiastelingen én de honingbij én de imkerij van de totale ondergang. En nog steeds is het werk en de inzet van deze imkers broodnodig, want nog steeds sterven iedere winter grote aantallen bijenvolken. De ene winter al wat meer dan de andere.

Hoewel er nog altijd veel minder imkers en honingbijen zijn dan pakweg enkele honderden jaren geleden, waarschuwen sommigen nu voor voedselconcurrentie tussen honingbijen en de andere bestuivers, zoals de solitaire bijen, hommels, enz… Zo ook Frank Renout in het VRT-radioprogramma ‘De Ochtend’ van deze morgen (8/11/2019). Hij verwees daarbij naar een studie over de relatie tussen honingbijen en andere bestuivers in Parijs. In deze studie worden  geen oorzakelijke verbanden bewezen tussen de stijging van het aantal honingbijen en de daling van het aantal solitaire bijen. Maar er wordt wel vastgesteld dat het aantal honingbijen in Parijs, dankzij de inzet van vele imkers, stijgt en op dezelfde plaatsen het aantal solitaire bijen daalt.

Wat is daar nu van aan ? Hebben honingbijen de gewoonte solitaire bijen weg te concurreren ? Welnee, integendeel.

Wat zeker is, is dat zowel solitaire bijen, als honingbijen al miljoenen jaren samenleven in onze contreien zonder enig probleem. Meer : ze zijn complementair : samen zorgen ze ervoor dat de veelheid aan bloemen, planten en bomen bestoven worden en zich kunnen voortplanten. Vroeger waren er veel meer honingbijen, veel meer solitaire bijen én veel meer natuur, bomen, struiken, bloeiende planten. En sprak niemand van concurrentie. Al deze soorten zijn dan ook echt complementair : vlinders en hommels hebben een langere tong en kunnen nectar halen bij planten waar honingbijen met hun kortere tong niet aan de nectar kunnen. Veel solitaire bijen zijn gespecialiseerd in en afhankelijk van één of enkele planten. Honingbijen houden dan weer van grote aantallen van dezelfde bloemsoort. En vliegen zelfs niet op planten waarvan er maar enkele staan. In ieder geval waren er miljoenen jaren geen problemen tussen al deze soorten.

Dat er nu wel discussie over is, komt niet omdat de ene soort de andere zou wegconcurreren, maar wel omdat er gewoonweg veel te weinig bloemen, bomen en struiken zijn. De biodiversiteit neemt in snel tempo af, zeker in een stedelijke omgeving. Maar ook in veel landbouwgebieden. Alle bestuivers lijden eronder en nemen in aantal af. Enkel dankzij de imkers houden de honingbijen stand of winnen terug aan terrein. Zoniet, verminderden ze evenzeer in aantal als de solitaire bijen. Meer zelfs, zoals hoger gezegd, was de honingbij zonder de hulp van de imkers in onze contreien al lang uitgestorven.

De oplossing ligt dan ook niet in het vechten om de laatste bloem en ruziën over de vraag welke bijensoort van die laatste bloem mag genieten. Nee, de oplossing ligt in het massaal aanplanten van bloeiende planten, struiken en bomen. Het terugbrengen van de habitat voor alle bestuivers : zowel honingbijen, als hommels, vlinders en solitaire bijen.

Om dat te bewerkstelligen, kunnen net imkers een cruciale rol spelen. Imkers zijn immers bekommerd om de bijen : zowel de honingbijen als de solitaire. Imkers kennen en ervaren dagdagelijks de samenhang tussen al wat leeft en bloeit. Imkers zijn dan ook de ideale ambassadeurs om terug het bloeiende land van weleer te herstellen. Door middel van plantacties. Eerst en vooral in eigen tuin. Maar ook op andere gronden. Er is zoveel plaats, er zijn zoveel braakliggende gronden.

De bloeiende natuur mag dan ook niet opgesloten worden in reservaten of arboreta. Neen, overal moet er de nodige aandacht komen voor bloemen en bomen : in tuinen, parken, maar ook op industrieterreinen, langs wegen, bloeiende heggen rond boerderijen en tussen landerijen. Langs kanalen en rivieren, in natuurgebieden. Met een kleine inspanning kan ons landschap terug ‘bebloemd’ worden. Laten wij, als imkers, daar de voortrekkers van worden.

En laat vooral ook de imkersverenigingen hieromtrent de handen in elkaar slaan met overheden, verenigingen allerlei, jeugdbewegingen, natuurliefhebbers, boeren, industriëlen, kortom de hele bevolking. Want wie houdt er niet van bloemen en bijen ?

Laten we ons niet tegen elkaar opzetten. Om het in een krachtig beeld te gieten : eerst wordt het land vol beton gegoten. En rond die beton komen glad geschoren gazonnetjes. Is het dan een wonder dat veel insecten verdwijnen ? Nee, integendeel, zonder leefomgeving, geen bestuivers. Dat geldt trouwens voor alle levende wezens. Wat wel de nodige vraagtekens oproept, is dat men erin geslaagd is de echte oorzaak van het verdwijnen van veel soorten te verdoezelen en de schuld te geven aan …. de zwakste groep, de imkers. Net degenen die zich het lot aantrekken van bijen en andere bestuivers. Het is zo’n beetje hetzelfde als beweren dat de inheemse Inuit op de noordpool de oorzaak zijn van het achteruitgaan van ijsberen en walvissen. Of dat de inheemse indianen in het Amazonewoud schuld hebben aan het verdwijnen ervan. Ongetwijfeld ken je zelf nog andere voorbeelden waar de slachtoffers uiteindelijk met de vinger gewezen worden. Kan het nog gekker, kan het nog schaamtelozer ? 

Soit, laten we verder werken aan een beter biotoop voor alle bestuivers. Vandaar ook dat ikzelf, als imker, jaarlijks een bijenplantactie opzet, vooral rond de inheemse, maar ‘vergeten’ spork (frangula alnus), een struik die 5 maanden lang bloeit en waarop alle bestuivers iedere dag weer een echt eetfestijn aantreffen. Wie nog op zoek is naar interessante drachtplanten, mag mij altijd contacteren.

Jan HEYTENS

Imker

www.debijenvriend.be

Winkelwagen

Selecteer een Afleverpunt

Chat openen
Hallo 👋
Kunnen we je helpen?